“Een goede zaak, omdat de industrie extra tijd waarschijnlijk erg goed kan gebruiken”, zegt Henk Bodt, voorzitter van de Nederlandse normencommissie Lassen. Het uitstel is op aandringen van Duitsland.
Inmiddels verklaren opdrachtgevers steeds vaker de EN 1090-1 en 1090-2 (-3) contractueel van toepassing. Ook zijn er organisaties en bedrijven, zoals Rijkswaterstaat, die eigen specificaties hanteren en daarin verwijzen naar de EN 1090. ‘Natuurlijk is een contract of een daarin genoemde eigen specificatie maatgevend zolang dit niet in tegenspraak is met de vigerende wetgeving’, legt Bodt uit.
‘Het blijft dus zaak dat de Nederlandse industrie er zich terdege bewust is van de eisen die de EN 1090 met zich meebrengt, de verschuiving van de co-existentieperiode ten spijt. Gebruik de extra tijd optimaal!’, is zijn advies.

